Test antwoorden

Vraag 1: De letter 'h' is in het Spaans stil en wordt niet uitgesproken.
(tenzij er een 'c' voor staat)

✅ Goed

❌ Fout

De letter 'h' is stil, tenzij er een 'c' voor staat. 'ch' wordt uitgesproken als 'tsj'.

In de Beginnerscursus leer je precies hoe je Spaanse letterklanken moet uitspreken. Na het afronden van de Beginnerscursus heb jij een hele goede Spaanse uitspraak.


Vraag 2: 'Vosotros' en 'Vosotras' betekent...

❌ Wij

❌ Zij

✅ Jullie

❌ U

'Vosotros' en 'Vosotras' betekent 'Jullie''Vosotras' gebruik je om te verwijzen naar meerdere vrouwen, terwijl je 'vosotros' gebruikt om te verwijzen naar een groep mannen of een gemixte groep (man en vrouw).In de Beginnerscursus leer je alle persoonsvormen en leer je deze te gebruiken in het Spaans.

Vraag 3: Het werkwoord 'Zijn' is in het Spaans twee verschillende werkwoorden, deze werkwoorden zijn...

❌ 'Ser' en 'Sentarse'

❌ 'Ver' en 'Estar'

✅ 'Ser' en 'Estar'

❌ 'Estar' en 'Sentar'

'Ser' en 'Estar' betekenen beide 'zijn' in het Spaans. In de Beginnerscursus leer je beide werkwoorden gebruiken en leer je precies wanneer je welke variant moet gebruiken. Dit wordt door veel mensen als lastig ervaren, maar onze studenten hebben het zo onder de knie!


Vraag 4: Regelmatige werkwoorden in het Spaans kunnen worden onderverdeeld in drie soorten, namelijk...

❌ Eindigend op 'or', 'en', en 'ar'

❌ Beginnend met 'sen', 'ter', en 'me'

✅ Eindigend op 'ar', 'er', en 'ir'

❌ Eindigend op 'ur', 'er', 'ir'

Spaanse werkwoorden eindigen op 'ar', 'er' of 'ir'. In de Beginnerscursus leren we hoe we de regelmatige werkwoorden moeten vervoegen en leer je daarnaast de meest belangrijke onregelmatige werkwoorden die je nodig hebt om goed Spaans te spreken.


Vraag 5: '548' schrijf je uit als...

❌ Quinientos ochenta y cuatro

Quinientos cuarenta y ocho

❌ Cincocientos cuarenta y ocho

❌ Quinientos sesenta y siete

Letterlijk vertaald: vijfhonderd veertig en 8

In de Beginnerscursus leer je moeiteloos tellen in het Spaans. Tot een miljoen tellen is straks appeltje eitje voor je


Vraag 6: La hija de mi tío es mi sobrina

❌ Goed

✅ Fout

Het antwoord is fout.

De dochter van je oom is je 'prima' en niet je 'sobrina'. In het Spaans heten de kinderen van je ooms/tantes (primo/prima)  anders dan de kinderen van je broer/zus (sobrino/sobrina). In het Nederlands heten ze allemaal neef/nicht.

In de Beginnerscursus leren we alles over de familie. Na het volgen van de Beginnerscursus heb jij een ruime woordenschat van meer dan 1.000 woorden!


Vraag 7: De woorden 'Quién', 'Que' en 'Quince' zijn woorden die worden gebruikt om OPEN vragen te stellen

❌ Goed

✅ Fout

Het antwoord is fout, dat komt omdat 'Quince' en 'Que' geen vragend woorden zijn. 'Quince' betekent '-----'

Het is super belangrijk om vragen te leren stellen als je een nieuwe taal leert spreken, want het gaat je helpen om makkelijker gesprekken te voeren. In de Beginnerscursus leer je alles over het stellen van vragen in het Spaans.


Vraag 8: Kies het ontbrekende woord; ¿_____ son las personas que vienen a la fiesta?

❌ Kienes

✅ Quiénes

❌ Cuándo

❌ Qué

'Quiénes' betekent 'wie'.

Wie zijn de personen die naar het feestje komen? In de Beginnerscursus leer je alles over het stellen van vragen in het Spaans.

Vraag 9: Kies het ontbrekende woord; Nosotros _____ a España todos los veranos

✅ Viajamos

❌ Viajemos

❌ Viajan

❌ Viajo

'Viajamos' is de juiste vervoeging voor 'nosotros' voor het werkwoord 'viajar' (reizen).

Deze zin betekent: 'Wij reizen elke zomer naar Spanje'

In de Beginnerscursus leer jij om zelf werkwoorden te vervoegen in de tegenwoordige en verleden tijd.


Vraag 10: Kies het ontbrekende woord(en); El bus viene _____ cinco y cincuenta

✅ a las

❌ en

❌ a la

❌ en unos

'A las' is juist, want in het Spaans is de tijd vrouwelijk en in dit geval meervoud, want het is later dan 1 uur.

In de Beginnerscursus leer je klokkijken in het Spaans en dat is best wel eventjes anders dan in het Nederlands!

Maar geen zorgen, je krijgt het in een korte tijd onder de knie.


Vraag 11: Kies het ontbrekende woord;  Ana _____30 años en España

❌ tengo

❌ tener

✅ tiene

❌ tenemos

'Tiene' is de juiste vervoeging voor 'Ana' (Zij). Het werkoord 'tener' (hebben) is één van de belangrijke onregelmatige werkwoorden die we in de Beginnerscursus leren.


Vraag 12: Hoe zeg je 'Ik heb nog niet gegeten.' ?

❌ Aún no comer.

✅ Aún no he comido.

❌ Aún no ha comido.

❌ Todavía no comiste.

'He comido' betekent 'ik heb gegeten'. Het Spaanse voltooid deelwoord is heel belangrijk en leren we in onze Semigevorderden cursus.


Vraag 13: Wat betekent '¿Cómo puedo llegar al restaurante?' ?

❌ Hoe ver is het naar het restaurant?

❌ Is er een plek vrij in het restaurant?

❌ Hoe laat gaat het restaurant open?

✅ Hoe kom ik bij het restaurant?

'Cómo' betekent 'hoe' en 'llegar' betekent 'aankomen/komen'.

In de Beginnerscursus leer je vragen stellen en ontwikkel je een hele ruime woordenschat van meer dan 1.000 woorden, zodat je precies weet wat dit soort zinnen betekenen.


Vraag 14: Hoe zeg je 'Gister sprak ik met mijn moeder' ?

❌ Ayer hablo con mi madre.

✅ Ayer hablé con mi madre.

❌ Ayer habla con mi madre.

❌ Ayer hablamos con mi madre.

'Hablé' is de juiste vervoeging in de verleden tijd. In de Beginnerscursus leer je naast de tegenwoordige tijd ook om in de verleden tijd te praten. Hierdoor kun jij na het volgen van de Beginnerscursus al heel veel in het Spaans zeggen.


Vraag 15: Hoe zeg je 'Vorig jaar hebben zij niet veel verkocht.' ?

❌ El año pasado no vendemos mucho.

❌ El año pasado no vendimos mucho.

❌ El día pasado no vendieron mucho.

✅ El año pasado no vendieron mucho.

Vendieron is de juiste vervoeging in de verleden tijd. Doordat je in de Beginnerscursus ook in de verleden tijd leert praten kun jij na het volgen van de cursus prima redden in het Spaans!


Vraag 16: Kies het ontbrekende woord; Cuando _______ niños, visitábamos a mi abuela a menudo.

❌ fuimos

❌ estamos

✅ éramos

❌ somos

Éramos is de 'pretérito imperfecto' van het werkwoord 'ser'. In het Spaans bestaan er twee vormen van de verleden tijd. Beiden vormen worden veel gebruikt, daarom is het belangrijk om het onderscheid goed te kennen. In onze Semigevorderden cursus leren we alles over het verschil tussen de 'pretérito perfecto simple' en de 'pretérito imperfecto'.


Vraag 17: Kies het ontbrekende woord; Cuando era niña, Lucía ______ en el parque todas las tardes.

❌ jugó

❌ juega

❌ jugando

✅ jugaba

Jugaba is de 'pretérito imperfecto' van het het werkwoord 'jugar' (spelen). Deze werkwoordstijd leren we in onze Semigevorderden cursus.


Vraag 18: Kies het ontbrekende woord; Ayer _____ mi proyecto de arte.

✅ terminé

❌ termino

❌ terminaba

❌ terminaré

Terminé is de 'pretérito perfecto simple' van het werkwoord 'terminar' (beëindigen). In onze Beginnerscursus leren we de 'pretérito perfecto simple'.


Vraag 19: Kies het ontbrekende woord; Nosotros estamos ______ nuestra comida.

❌ esperar

✅ esperando

❌ esperamos

❌ esperendo

Esperando is de 'gerundio' vorm van het werkwoord 'esperar' (wachten) en betekent 'aan het wachten'. Wij zijn aan het wachten op ons eten. De 'gerundio' vorm leren we in onze Semigevorderden cursus.


Vraag 20: Kies het ontbrekende woord; Hoy _____ mucho calor.

❌ soy

❌ está

❌ es

✅ hace

In het Spaans gebruiken we het werkwoord 'hacer' (doen/maken) om te zeggen dat het warm of koud is. Je zegt dus eigenlijk 'vandaag doet het koud'. In onze Semigevorderden cursus leren we alles over het belangrijke werkwoord 'hacer'.


Vraag 21: Vertaal de volgende zin; Dit is de fiets die ik voor mijn verjaardag wil.

✅ Esta es la bicicleta que quiero para mi cumpleaños.

❌ Esta era la bicicleta que quería para mi cumpleaños.

❌ Esta es la bicicleta que quiere para mi cumpleaños.

Quiero is in dit geval de juiste werkwoordstijd in deze zin. Het is de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm 'yo'.


Vraag 22: Kies het ontbrekende woord; Un amigo _____ a visitarme en la tarde.

✅ vendrá

❌ venir

❌ vas a venir

❌ viniendo

Vendrá is de juiste vervoeging voor 'un amigo' (él) in de toekomende tijd. De toekomende tijd leren we in onze Semigevorderden cursus.


Vraag 23: Hoe zeg je; 'Ik ga douchen'?

❌ Yo ducho

❌ Yo ducharé

❌ Yo voy a ducho

✅ Yo voy a ducharme

'Duchar' is een wederkerend werkwoord, dit zijn werkwoorden die je tegen jezelf doet. In onze Semigevorderden cursus leren we alles over wederkerende werkwoorden (verbos reflexivos).


Vraag 24: Vertaal de volgende zin; Ik denk dat ik deze film leuk ga vinden.

❌ Creo que va a gustar me esta película.

❌ Creí que va a gustarme esta película.

✅ Creo que va a gustarme esta película.

❌ Creo que voy a me gusta esta película.

'Gustar' is een affectief werkwoord, in onze Semigevorderden cursus leren we alles over affectieve werkwoorden (verbos afectivos). Deze werkwoorden zijn bijzonder en worden op een andere manier vervoegd.


Vraag 25: 'Caminaré' betekent 'Vamos a caminar'.

❌ Goed

✅ Fout

'Caminaré' is de toekomende tijd in de 'yo' vorm, terwijl 'vamos' de 'nosotros' vorm is.
De toekomende tijd leren we in onze Semigevorderden cursus.


Minder dan 14 punten gehaald? Dan past de Beginnerscursus het beste bij jou - Klik hier


14 punten to 20 gehaald?

Dan past de Semi-gevorderden cursus het beste bij jou - Klik hier


21 punten of meer gescoord? Dan past deGevorderden cursus het beste bij jou - Klik hier


https://overalspaans.nl/beginnerscursus/

https://overalspaans.nl/semi-gevorderden-cursus-spaans/

https://overalspaans.nl/gevorderdencursus/