Online cursus Spaans voor semi-gevorderden (B1-B2)

Je kent de basis van het Spaans, maar je wilt eindelijk vloeiend Spaans spreken

Toch loop je vast op steeds dezelfde valkuilen...

De juiste lesmethode voor vloeiend Spaans leren voor semi-gevorderden

Je hebt gewoon de juiste lesmethode nodig — een aanpak waarmee je Spaans leren leuk maakt, terwijl je de belangrijkste taalregels écht begrijpt en ze direct kunt toepassen, zonder te verdwalen of gefrustreerd te raken.

Dus waar wacht je nog op?
Begin vandaag nog met Spaans leren!

Welke kennis moet ik al hebben om met de Semigevorderden cursus te starten?

Heb jij de voorkennis? Dan past de Semigevorderden cursus Spaans bij jou! 😃 (Mis je de voorkennis? Bekijk dan onze Beginnerscursus Spaans )

Na het volgen van de Semigevorderden cursus Spaans beheers jij onder andere...

✅ Module 1: Herhaling quiz van alles wat we al weten (op beginnersniveau).
✅ Module 2: Het werkwoord 'Ser' in de voltooid verleden tijd.
✅ Module 3: Het werkwoord 'Estar' in de voltooid verleden tijd.
✅ Module 4: Verschil tussen de voltooid en onvoltooid verleden tijd.
✅ Module 5: Het werkwoord 'Ser' in de onvoltooid verleden tijd.
✅ Module 6: Het werkwoord 'Estar' in de onvoltooid verleden tijd.
✅ Module 7: Woorden die de tijd aanduiden (gister, morgen, vaak, soms, etc.).
✅ Module 8: Recapitulemos #1 (herhaling).
✅ Module 9: Luisteroefening #1 Het verhaal van een toerist.
✅ Module 10: Aan het + werkwoord (gerundio).
✅ Module 11: Het werkwoord 'Hacer' en wanneer we het gebruiken.
✅ Module 12: Het woordje 'Que' (heeft veel verschillende betekenissen).
✅ Module 13: Conectores (verbindingswoorden) #1.
✅ Module 14: Laten we een verhaal vertellen (oefening en herhaling).
✅ Module 15: Bezittelijke voornaamwoorden (tuyo/mío, etc.).
✅ Module 16: Recapitulemos #2 (herhaling).
✅ Module 17: Luisteroefening #2 Een dag in het park.
✅ Module 18: Werkwoorden in de onvoltooid verleden tijd 'ar'.
✅ Module 19: Werkwoorden in de onvoltooid verleden tijd 'er' en 'ir'.
✅ Module 20: Conectores (verbindingswoorden) #2.
✅ Module 21: Aanwijzende voornaamwoorden (die, dat, etc.).
✅ Module 22: Voorzetsels (op, naast, boven, onder, etc.).
✅ Module 23: Het werkwoord 'Tener' in de verschillende verleden tijden.
✅ Module 24: Het werkwoord 'Ir' in de verschillende verleden tijden.
✅ Module 25: Dingen beschrijven (bijvoeglijke naamwoorden).
✅ Module 26: Recapitulemos #3 (herhaling).
✅ Module 27: Luisteroefening #3 Een onvergetelijke dag.
✅ Module 28: Werkwoorden in de toekomstige tijd.
✅ Module 29: Ir + a + werkwoord (makkelijke toekomstige tijd).
✅ Module 30: Los verbos reflexivos (wederkerende werkwoorden).
✅ Module 31: Conectores (verbindingswoorden) #3.
✅ Module 32: Mee eens of niet mee eens.
✅ Module 33: Adverbios (bijwoorden).
✅ Module 34: Recapitulemos #4 (herhaling).
✅ Module 35: Luisteroefening #4 Waar gaan we heen?.
✅ Module 36: Het werkwoord 'Haber' en het voltooid deelwoord.
✅ Module 37: Verkleinwoorden (in Spanje en Zuid-Amerika).
✅ Module 38: Vervelende situaties (politie, ambulance, hulpvragen, etc.).
✅ Module 39: Enkelvoud en meervoud.
✅ Module 40: Recapitulemos #5 (herhaling).
✅ Module 41: Luisteroefening #5 Een dag in het leven van Lusiana.
✅ Module 42: Los verbos afectivos (Me gusta, te molesta, etc.).
✅ Module 43: Wanneer gebruiken we GEEN lidwoorden?.
✅ Module 44: Luisteroefening #6 De trotse leraren.
✅ Eindexamen