De 10 belangrijkste Spaanse werkwoorden die je elke dag gebruikt

¡Hola!🧡🤗 

Benieuwd wat de 10 meest gebruikte Spaanse werkwoorden zijn? Dat is mooi, want we gaan ze nu samen leren. 

We geven je er direct een stukje uitleg bij, zodat je de meest gemaakte fouten voorkomt.
(er worden namelijk nogal wat onnodige fouten gemaakt😉)

10 veelgebruikte Spaanse werkwoorden

Wil je ook de belangrijkste Spaanse woorden leren? Lees dan onze blog over de 10 belangrijkste Spaanse woorden.

1. Ser (zijn)

Het eerste werkwoord op onze lijst is ser, wat "zijn" betekent in het Spaans. Het is een heel handig werkwoord, want je gebruikt het om te praten over persoonlijke eigenschappen, nationaliteit, beroepen, datums en relaties. Bijvoorbeeld, "Soy alto" (ik ben lang) en "Ella es doctora"  (zij is dokter).

2. Estar (zijn)

Dan hebben we estar, nog een werkwoord dat "zijn" betekent. Ik weet het, het kan een beetje verwarrend zijn dat er twee werkwoorden zijn voor "zijn", maar maak je geen zorgen, we gaan het begrijpen. Estar gebruik je om te praten over locatie, emoties, toestanden, handelingen en posities. Bijvoorbeeld: "Estoy en la playa" (ik ben op het strand) en "Estoy cansado" (ik ben moe). 
Veel beginners (en soms zelfs gevorderden) halen ser en estar door elkaar, maar dat gaat jou niet meer overkomen🇪🇸

3. Tener (hebben)

Oké, laten we doorgaan naar tener, wat "hebben" betekent. Dit werkwoord is heel handig als je wilt zeggen dat je iets bezit. Bijvoorbeeld: "Yo tengo un perro" (ik heb een hond) en "Ella tiene un coche" (zij heeft een auto). Dit is één van de meest gebruikte werkwoorden in het Spaans.

4. Querer (willen)

Nu gaan we naar querer, wat "willen" betekent. Dit werkwoord gebruik je om uit te drukken wat je graag wilt doen of hebben. Bijvoorbeeld: "Quiero comer pizza" (ik wil pizza eten) en "Quiero ir de vacaciones" (ik wil op vakantie gaan). Zeg eens eerlijk, wie wil er geen pizza?🍕

5. Poder (kunnen)

Het volgende werkwoord is poder, wat "kunnen" betekent. Dit is een superhandig werkwoord om te praten over wat je kunt doen of wat je niet kunt doen. Bijvoorbeeld: "No puedo nadar" (ik kan niet zwemmen) en "Puedo hablar español" (ik kan Spaans spreken). Je kan het ook gebruiken om iemand op een beleefde manier te vragen om iets te doen. "¿Puedes hablar un poco más despacio?" (kan je wat rustiger praten?).

6. Hacer (doen / maken)

Laten we nu eens kijken naar hacer, wat "doen" of "maken" betekent. Dit werkwoord ga je heel veel gebruiken, want de Spanjaarden zijn er dol op! Bijvoorbeeld: "Hago la cena" (ik maak het avondeten) en "Me haces feliz" (je maakt me gelukkig/blij). Bonus: hacer betekent ook "geleden". "Hace dos semanas" (twee weken geleden)

7. Decir (zeggen)

Dan hebben we decir, wat "zeggen" betekent. Dit werkwoord gebruik je veel in dagelijkse gesprekken. Bijvoorbeeld: "Digo la verdad" (ik zeg de waarheid) en "Dices cosas interesantes" (je zegt interessante dingen).

8. Ir (gaan)

En laten we ir zeker niet vergeten, wat "gaan" betekent. Ga maar eens na hoe vaak we in het Nederlands het werkwoord "gaan" gebruiken. In het Spaans gebruik je het minstens net zo vaak!. Bijvoorbeeld: "Voy al supermercado" (ik ga naar de supermarkt) en "Vas de vacaciones" (je gaat op vakantie).

9. Hablar (praten / spreken)

Het volgende werkwoord is hablar, wat "praten" of "spreken" betekent. Dit werkwoord gebruik je wanneer je wilt communiceren met anderen. Bijvoorbeeld: "Hablo español" (ik spreek Spaans) en "Hablas con tus amigos" (je praat met je vrienden).

10. Pagar (betalen)

En als laatste hebben we pagar, wat "betalen" betekent. Handig als je in Spanje graag naar een restaurant of terrasje gaat. Bijvoorbeeld: "Yo pago la cuenta del restaurante" (ik betaal de rekening van het restaurant) en "Tú pagas por el regalo" (jij betaalt voor het cadeau).

Zo... dat waren de belangrijkste Spaanse werkwoorden voor beginners.

Wil je ook leren hoe je Spaanse werkwoorden moet vervoegen? Lees dan onze blog daarover!🇪🇸

We hebben ook een YouTube video voor je gemaakt waarin we samen deze belangrijke Spaanse werkwoorden doornemen.

Bekijk onze YouTube video over de 10 belangrijkste Spaanse werkwoorden